Eva Saegerman schreef op vrijdag 22 augustus 2008, 9:29:
> Bedankt Conny voor je duidelijke uitleg!
> Op die manier kan ik Queenie ook wel "aan de teugel rijden",
> dan buigt de hals ook; maar haar rug?

> niet enkel het hoofd dat zo gedragen wordt?
> In dat geval is het dan niet ok om dit gedrag te shapen want
> als ik dan het gedrag vraag dan gaat alleen de hals buigen,
> snappie?
Hoi Eva,
Uit boekje!
De bereidheid van het paard de inwerking van zit-en beenhulpen door de gewrichten van de achterhand via de rug en hals tot in de mond en vice versa zonder tegenstand door te laten m,wordt met de term ,totale souplesse ,aangeduid.
In tegenstelling daarmee noemt men een paard ,stug,,wanneer het de voorwaartsdrijvende hulpen niet door de achterhand ,rug hals en mond tot op de hand van de ruiter overbrengt en omgekeerd de ophoudingen van de teugels door een verstijven van de hals en vasthouden van de rug niet op de gewrichten van de achterhand laat doorwerken.
De aanleuning kan nooit volmaakt zijn wanneer niet de inwerking van de teugels duidelijk ondersteund wordt door een goede inwerking van het kruis.
Behoudt het paard bij alle tempo-wisselingen en wendingen ,alsmede bij het halthouden een gelijkmatige aanleuning ,dan is dat het bewijs dat het paard goed aan de teugel gaat
De vorming van hoofd-halshouding zowel als de oprichting behoren tot het verzamelen en mogen niet als een aparte opgave worden beschouwd.
Onder deze hoofd-halshouding aangereden zelfhouding)wordt een buiging van hals en halsgewricht verstaan,die bij het verzamelen wordt bereikt door een sterker ondertreden van de achterhand tegen de licht weerstandbiedende hand van de ruiter.
De hand mag daarbij echter niet terugwerken,om zo de afbuiging te versnellen;het paard zal daardoor slechts achter de teugel komen en in zijn gangen worden verkort.
Gaat het paard tegen de teugel en maakt het zich stijf,dan dient de inwerking van de benen het nageven in het halsgewricht te bewerkstelligen.
Daartoe wordt het paard met een lichte stelling eerst in stap en dan in draf goed voorwaarts gereden .
Het afgebogen paard moet bij elke verlenging van de teugels door het langer maken van de hals rustig aanleuning blijven zoeken.
Een alleen door inwerken van de teugels bereikt oprichten heeft het wegblijven van de achterhand en het wegdrukken van de rug tot gevolg.
Eerst dus VOORWAARTS....de achterhand is de motor van het paard en dan kun je pas van voren werken.
De achtervoeten moeten bij goed voorwaarts in de afdruk van de voorvoeten gezet worden,dan maakt paard zijn passen af.
En loopt het recht!!!!
Een paard die dus aan de longeerlijn in de regen of onder ruiter in de regen zogenaamd aan de teugel loopt loopt in werkelijkheid achter de teugel
Als mastaf voor de oprichting kan gelden ,dat de bovenste halswervel het hoogste punt van de hals moet zijn,terwijl de voorhoofdslijn even voor de loodlijn moet liggen .
Hoop dat je dit kunt gebruiken en anders iemand anders vast wel.
Conny