Steeds meer mensen ontdekken de voordelen van een natuurlijke paardenvoeding. Het voorheen altijd toch wat magere paard wordt, ondanks het weglaten van krachtvoer, zelfs steeds dikker. Op een gegeven moment wordt hij zelfs té dik, en dan moet er worden gerantsoeneerd.
Gras is gemakkelijk te rantsoeneren. Maar in de winterperiode, wanneer de paarden op hooi leven, is het rantsoeneren veel lastiger. Als snel betekent "rantsoeneren" dat het hooi maaltijdsgewijs wordt verstrekt, waarbij het ideaal: "vrijwel voortdurende beschikbaarheid van voedsel" moet worden verlaten, maar dat was nu net één van de belangrijkste eigenschappen van een natuurlijk dieet. Omdat de vertering van hooi de warmte oplevert die de dieren tijdens de winternacht warm moet houden, moeten de paarden ook 's nachts nog wat te verteren hebben. Zo zijn er nog meer redenen om te zorgen dat het paard nooit "zonder" komt te staan. Wijzelf hebben de paarden jarenlang rond middernacht nog een portie hooi gevoerd, maar het is wel lastig als je eens een keer van huis wilt en de paarden door iemand anders moet laten voeren. Wie krijg je zo gek? Wij zochten dus naar een betere oplossing.
Het idee
Bij een kleine baal hooi is de oplossing eenvoudig: je legt een rooster over het pak hooi. De maaswijdte bepaalt de voedingssnelheid: door de niet al te grote gaten moeten de paarden wat peuteren om het hooi naar buiten te werken, waardoor ze veel afleiding ondervinden en ondertussen voortdurend een langzame stroom voedsel binnenkrijgen, precies zoals de natuur heeft bedoeld. Het rooster, al dan niet verzwaard met wat stenen, zakt gestaag over het slinkende pakje hooi heen tot het hooi op is, en zolang het hooi niet op is blijft de voedingssnelheid hetzelfde. Wanneer je een langer durende oplossing wenst en/of meer paarden hebt zou het handig zijn om dit principe ook met de grote hooibalen te kunnen gebruiken, maar dan loop je helaas tegen het probleem aan dat zo'n baal hooi veel te hoog is. Niet alleen is de eethoogte dan veel te hoog, maar als je wilt voorkomen dat de paarden onbeperkt aan de zijkant van de baal gaan eten zul je dit dicht moeten maken, maar dan ontstaat er een "rand" van 120 centimeter hoog, wat weer een belemmering vormt om nog te kunnen eten als de baal bijna op is. Je kan natuurlijk ook een gat in de grond maken zodat de baal minder hoog uitsteekt, maar dan moeten de paarden als het hooi bijna op is de restanten uit een gat in de grond vissen, en dat is ook niet bepaald ideaal.
Als je giraffen houdt is de oplossing eenvoudig: je monteert een rooster op de gewenste eethoogte, legt er een baal hooi op, en als er dan aan de onderkant van het rooster wordt gegeten zakt de baal hooi onder het eigen gewicht langzaam naar beneden en kan er voortdurend worden gegeten tot de baal helemaal op is. Maar helaas hebben we paarden en geen giraffen, en paarden eten nou eenmaal niet zo goed als hun voedsel ondersteboven boven hun hoofd hangt. Konden we de zwaartekracht nou maar omkeren, zodat de baal hooi van onderaf tegen de een rooster aan wil blijven zweven, en dan was het probleem opgelost.
De zwaartekracht omkeren? Natuurlijk kan dat! Wie vreest voor science fiction kunnen we gerust stellen: Al in de tijden van Isaac Newton was bekend hoe je de zwaartekracht kan omkeren, en Isaac Newton ontwikkelde er zelfs ook nog wat handige formules voor, naar verluidt nadat hij een appel van een boom zag vallen.
Het enige wat we moeten doen om de zwaartekracht te kunnen omkeren is wat dealtjes sluiten met moeder natuur.
De eerste is eenvoudige ruilhandel: We moeten moeder natuur een veel aantrekkelijker prooi bieden om haar zwaartekracht op te botvieren zodat ze de baal hooi wil inruilen. Een bundel stoeptegels gemonteerd op een betonnen balk is zo'n (letterlijk) aantrekkelijke prooi. Onweerstaanbaar, en op de juiste manier gebruikt voldoende om de baal hooi vanuit een gat in de grond op te laten stijgen en tegen het rooster te laten zweven.
De tweede deal is dat we de helft van het benodigde gewicht afkopen door een langere weg aan te bieden. In Newton-taal: de afgelegde weg maal de massa is een constante. Concreter: met behulp van een hefboom of een katrol kun je bewerkstelligen dat je minder kracht nodig hebt, maar de keerzijde is dan dat het contragewicht een groter hoogteverschil moet afleggen. Omdat onze hooibalen 120 centimeter hoog zijn betekent dit dat we onze betonnen "prooi" 240 centimeter moeten laten zakken. Het contragewicht hoeft dan niet zo zwaar te zijn, wat een aantal voordelen met zich meebrengt.
De schematische illustratie toont natuurlijk alleen maar het werkingsprincipe. In werkelijkheid neem je in dit geval natuurlijk geen centrale kabel met daaraan een hooibaal, maar een plaat met daarop een hooibaal, opgehangen aan vier aparte kabels die aan de hoeken van de plaat zijn bevestigd.
Het idee was geboren, maar nu moest een en ander nog in de praktijk worden gerealiseerd.
Bouwen
Het door ons toegepaste principe is op vele manieren realiseerbaar. We beschrijven hier hoe wij het hebben gemaakt, maar afhankelijk van de plaatselijke situatie, de beschikbaarheid van materialen, en de bouwvaardigheden, kun je uiteraard van onze bouwwijze afwijken.
Plaatsing
Waar je de hooibaal-dispenser plaatst vraagt enige planning. Midden in de wei is leuk, maar niet zo praktisch. Wij besloten dat drie zijden voor de paarden beschikbaar moesten zijn, en dat we de overgebleven zijde voor de paarden zouden afschermen. Aan de afgeschermde kant kan dan het contragewicht komen te hangen, en kan een nieuw pak naar binnen worden geduwd, zonder dat dit tussen de paarden door hoeft te worden gerold. Aan diezelfde afgeschermde zijde kunnen we dan de hooibalen opslaan. Wanneer de balen vooraf strategisch worden neergezet ben je tijdens onguur weer lekker snel klaar met het "opladen" van de hooidispenser. In onze situatie was een bijkomend voordeel van plaatsing aan de zijkant van de weide dat we daar gemakkelijk een waterafvoer konden aanleggen van de hooidispenser naar de sloot.
Water
Om de ideale eethoogte te benaderen zal de baal hooi vanuit de grond naar boven moeten komen. Hiervoor moet je een gat graven, maar voordat je daar aan begint is het slim om even na te gaan hoe het zit met het grondwaterniveau, en hoe je vollopen van het gat gaat voorkomen. In onze situatie was de benodigde diepte vanwege de grondwaterstand niet helemaal realiseerbaar, dus we laten de bovenrand dan ook zo'n 30 centimeter boven de grond uitsteken. De grond die uit het gat kwam was natuurlijk niet voldoende om die rand helemaal weg te werken, maar wel genoeg om het hoogteverschil acceptabel te maken. Een bijkomend voordeel van de ophoging rond de eetplek is dat het daar dan wat droger blijft omdat het water er vanzelf wegloopt. Om te voorkomen dat er toch nog water in het gat komt te staan hebben we gelijk een afvoer aangelegd naar de vijf meter verder gelegen sloot. Een dakje boven het hooi zorgt bovendien dat het hooi niet al te nat wordt, en om het helemaal af te maken hebben we het dakje voorzien van een dakgootje en dit aangesloten op diezelfde afvoer.
Constructie
Wij hebben de dispenser gebouwd uit hout, maar met steen zou het vast ook hebben gekund. Het gegalvaniseerde rooster vonden we bij de plaatselijke bouwmarkt en blijkt met zijn maaswijdte van 8 centimeter uitstekend geschikt voor ons doel. We hebben het gemonteerd in een houten raam dat kan scharnieren zodat het kan worden opgeklapt wanneer de hooi dispenser moet worden bijgevuld.
Er zijn vele manieren om de hooi-dispenser te laten werken. Een "wip" met ongelijke armen zou voldoen aan de eisen, maar wij kozen er voor om te werken met staalkabel en katrollen.
De hooibaal ligt op een plaat die aan de hoekpunten met staalkabels omhoog wordt getrokken. De vier staalkabels worden over een paar katrollen naar de achterkant geleid waar het contragewicht hangt. De twee staalkabels die van de voorkant afkomen worden kruislings verbonden met de staalkabels van de achterkant om scheefhangen te voorkomen.
Op de afbeelding hiernaast hebben we één kabelpaar groen gekleurd (na de reductiekatrol tot aan het contragewicht rood). Duidelijk is te zien dat iedere helft van het contragewicht aan twee tegenovergestelde hoekpunten trekt. Het systeem balanceert zichzelf op deze manier vanzelf uit, en als één kabelpaar onverhoopt mocht breken dan gebeuren er geen vervelende dingen.
Bijvullen
De hoogte van het contragewicht verraadt hoe het met de voorraad is gesteld. Als de baal bijna op is heeft het contragewicht de grond bereikt. Het rooster kan nu worden opgeklapt en een nieuwe baal hooi kan over de betonnen balk heen naar binnen worden gerold. Ligt de baal hooi eenmaal op de lift dan moet het contragewicht weer worden opgetakeld zodat de baal hooi onder de grond verdwijnt en het rooster weer kan worden gesloten. Tijdens het optakelen van het contragewicht helpt de verse baal hooi mee om het contragewicht weer omhoog te krijgen. Om het gemakkelijk te maken hebben we hier de truc met de katrollen nogmaals uitgehaald, maar nu in veelvoud: Er moet maar liefst twintig meter touw worden doorgetrokken om het gewicht weer op te hijsen, maar dat betekent dat de benodigde kracht ook evenredig is afgenomen. In de afbeelding hiernaast zie je in het midden de takel hangen.
Veiligheid
De krachten op het systeem moet je niet onderschatten. De hooibaal en contragewicht wegen samen al snel 400 kilo, en met zo'n gewicht valt niet te spotten. We hebben er dan ook duidelijk voor gekozen om "het technische gedeelte" zo veel mogelijk buiten bereik van de paarden te houden. Zo kunnen ze er niet mee prutsen, en mocht er iets misgaan dan ploft het contragewicht in ieder geval niet bovenop een paard. Alle katrollen zijn onbereikbaar voor het paard (het dak biedt afscherming) zodat er geen manen e.d. tussen kunnen komen. We hebben voor staalkabel gekozen in plaats van touw, omdat dit betrouwbaarder is en paarden niet de neiging hebben om er op te gaan kauwen. De maaswijdte van het rooster is kleiner dan de afmetingen van de hoeven zodat ze nooit klem kunnen komen te zitten.
Ook voor de mensen is er aan veiligheid gedacht. Tijdens het vullen van de hooidispenser rust het contragewicht op de grond en moet de nieuwe baal óver de betonnen balk worden gerold. Tijdens het ophijsen van het contragewicht stap je automatisch achteruit omdat dit gemakkelijker trekt en kun je nooit onder het contragewicht terecht komen. Voor de rest is het natuurlijk een kwestie van gezond verstand om niet onder het contragewicht in het gras te gaan zitten zonnen...
In de praktijk
De eerste resultaten zijn uitermate positief. De paarden begrepen direct de bedoeling, peuteren dat het een lieve lust is, en blijken verrassend behendig. De baal hooi blijft natuurlijk tegen het rooster hangen op de plek waar het minst is gegeten, maar de paarden hebben er geen enkele moeite mee om die plek te vinden zodat ze met wat knabbelen de hooibaal weer iets kunnen laten opstijgen. Omdat het wat moeite kost om het hooi te bemachtigen zijn ze er nu ook wat zuiniger mee en strooien ze het niet meer overal om zich heen op de grond. Losliggend hooi wordt direct opgegeten voor het kan wegwaaien. Ook de verhoudingen van de paarden onderling vormen geen beletsel voor het gezamenlijk eten, voornamelijk door het feit dat de hoekpalen een natuurlijke begrenzing vormen voor de drie zijden: De neuzen komen elkaar wel tegen maar om een ander paard weg te jagen moet je eerst tussen de hoekpalen uit en omlopen, en dat spelletje is soms wel leuk, maar niet iets dat je langdurig volhoudt. De hoeveelheid beweging en interactie tussen de paarden is precies zoals we het graag zien.
Mogelijke verbeteringen
Niet alles werkte vanaf het begin gelijk feilloos. Met name de katrollen vormen een probleem. De katrollen die we nu gebruiken vinden we eigenlijk iets te zwak voor ons doel, en een ander groot nadeel is dat ze niet gelagerd zijn. De rolweerstand is vrij hoog, en aangezien er nogal wat katrollen in de constructie verwerkt zitten is de totale weerstand zo hoog dat dit duidelijk merkbaar is, en er dus meer contragewicht nodig is dan we hadden berekend. De oplossing zou zijn om naar een watersportwinkel te gaan om hier goede gelagerde katrollen te kopen, die zijn hier te koop (maar kosten wel wat!).
Een andere bron van weerstand is de bekisting waar de baal hooi tegenaan schuurt. We gaan aan de zijkanten nog een gladde plaat betonplex over de bekisting heen zetten zodat het hooi wat meer gladjes omhoog kan.
Het contragewicht is zodanig bemeten dat het een volle baal hooi omhoog kan trekken. Maar wanneer de baal wordt opgegeten wordt het omhoog te trekken gewicht natuurlijk steeds minder, oftewel het contragewicht zou steeds lichter mogen worden. Op de foto's blijft het contragewicht altijd even zwaar, zodat naarmate de baal verder wordt opgegeten de baal steeds fanatieker tegen het rooster wordt geperst. Het consumeren van de baal wordt daardoor wat lastiger naarmate de baal verder op raakt. Dit vonden we geen goede zaak dus we hebben het ontwerp van het contragewicht aangepast: We hebben de tegels verdeeld over 2x6 plankjes met stoeptegels die, naarmate de baal hooi kleiner wordt, op de grond komen waardoor hun gewicht niet meer meedoet. Hierdoor is de druk van het hooi tegen het rooster altijd min of meer hetzelfde. We knoopten eenvoudigweg 6 plankjes aan vier touwen; door iedere hoek van het plankje boorden we een gat waar het touw doorheen kan en we bepalen de hoogte van ieder plankje door er aan de onderkant een knoop onder te leggen zodat het niet naar beneden schuift. Aan beide uiteinde van de balk hangen we deze plankjes en we verdelen de stoeptegels hierover. Dit blijkt een perfect werkbare oplossing!
Verdere overdenkingen
Voor wie zelf ook een hooi-dispenser wil bouwen nog enkele nuttige wenken:
- De hooibaal dispenser hebben wij gemaakt voor onze grote ronde balen, maar je kunt hem natuurlijk ook volstoppen met de gangbare kleinere hooipakjes.
- Het is aan te raden de grond rond de dispenser te verharden. Niet alleen voorkom je er mee dat de grond er wordt stukgelopen, maar het is ook een goede manier om te zorgen dat de hoeven vaak in aanraking komen met een harde ondergrond.
- Om te voorkomen dat de paarden teveel op één plek blijven hangen kun je twee hooibaal dispensers bouwen op twee ver uit elkaar liggende plekken. Je kunt natuurlijk ook handmatig af en toe hooi "verstoppen" op andere plekken, zodat de paarden een reden blijven houden om het terrein af te struinen.