Cindy Helms schreef op maandag 5 oktober 2009, 9:03:
> Sandra van Bommel schreef op zondag 4 oktober 2009, 21:11:
>
>> Sky schreef op zondag 4 oktober 2009, 20:28:

> je een ander plaatje zien verschijnen. Ik vind ook niets aan
> dressuurwedstrijden, maar dit vond ik zeker niet akelig om te
> zien. Zou, eerlijk waar, gewoon de trainingen ed. eens willen
> bijwonen om een totaalplaatje te kunnen maken.
Toevallig kwam ik net nog dit stukje tegen:
http://www.horses.nl/dressuur/artikelen/12226/09-09-25-moderne-dressuur-draait-alleen-om-spektakelLos daarvan vind ik Totilas ook een prachtpaard, maar ik vrees dat hij met 12 jaar op is.
09-09-25 Moderne dressuur draait alleen om spektakel
De tienen die Edward Gal met Moorland’s Totilas scoorde op het onderdeel piaffe tijdens het Europees kampioenschap in Windsor hadden nooit gegeven mogen worden. Totilas’ gangen kloppen niet. Zijn bewegingen zijn veel te extreem en de takt ligt te hoog.
Takt zijn de intervallen in tijd en afstand tussen de verschillende bewegingsfasen. Totilas piaffeert in een takt van 110 beats per minute (bpm). Vertegenwoordigers van de Weense en Duitse school van klassieke rijkunst, Oberst Hans von Heydebreck en Szigismund Josipovich, schrijven in hun werk ‘Dressursport von Heute’ dat de takt in de piaffe hoogstens tussen de 80 en 100 bpm mag liggen.
Klassieke rijkunst is meetbaar! Dat doe je met een metronoom in je hand en met je ogen en oren open. Het paard loopt in takt als de bewegingsafloop van de achterbenen synchroon loopt met het hoorbare signaal van de metronoom.
Mooi kunstje
De dressuursport lijkt vandaag de dag alleen nog maar te draaien om show en spektakel. Een goed uitgevoerde piaffe komt tegenwoordig maar weinig voor. Een verkeerde piaffe komt voort uit een fout in de opleiding van het paard en is er van jongs af aan ingeslopen. Je kunt een paard wel terug leren te gaan naar de basis van de piaffe, maar dat gaat wel ten koste van het spektakel. En spektakel is precies wat jury en publiek tegenwoordig willen zien.
De moderne dressuur heeft meer weg van een circusact. Totilas laat een mooi kunstje zien, maar het is geen tien waard. Een acht of negen is meer dan genoeg. Waarom krijgt Totilas dan toch een tien? Dat heeft met vakkennis te maken. Daar ontbreekt het de heren en dames achter de jurytafels volledig aan. Ik heb in mijn leven al wel duizend piaffes gezien. De juryleden hebben er misschien maar 500 gezien, waarvan er tien goed zijn geweest. Het beoordelen van een goede piaffe zit hem in het opmerken van de details. Je moet leren hier oog voor te hebben, simpelweg door kennis op te doen.
Natuurlijke beweging
Tegenwoordig worden paarden zelfs gefokt voor het produceren van spectaculaire bewegingen. Van deze paarden kun je dus, als dat nodig is, een explosieve en bovenal gespannen piaffe vragen. Gezond is het echter niet. De Duitse paardenarts doctor Gerd Heuschmann schrijft in zijn boek ‘Tug of War – Classical versus Modern Dressage’ dat de enorme bewegingen die een dressuurpaard maakt wanneer hij in uitgestrekte draf over de diagonaal loopt even zwaar zijn als een volledige springproef. Een paard loopt in een dressuurproef twee keer de diagonaal in uitgestrekte draf dus in feite is dat twee keer een volledige springproef. Daar komen oefeningen als de piaffe, de passage en de pirouette overheen. Het paard moet deze bewegingen ook nog eens op de meest extreme manier uitvoeren. Moet je nagaan hoeveel kracht dat kost.
En dat terwijl de piaffe van oorsprong een beweging is die, zoals veel dressuuroefeningen, uit de natuur komt. Je ziet het nog steeds als je een hengst bij een merrie zet. De hengst wil indruk maken op de merrie en begint daarbij dikwijls te dribbelen, wat uiteindelijk resulteert in een gespannen, piaffe-achtige beweging bij hoogste opwinding.
Op rijtechnisch gebied werd de piaffe voor het eerst uitgevoerd tijdens veldslagen. De paarden bleven door het uitoefenen van de piaffe gefocust, maar het hield ze ook warm en in beweging. Op die manier waren ze klaar om snel voorwaarts in uitgestrekte draf of galop ten strijde te trekken.
Oordeel zelf
Tot slot, hoe herken je nou een goede piaffe? Daarvoor zijn tal van richtlijnen, maar de meest belangrijke en herkenbare zijn de volgende. Het paard moet tijdens de oefening beide diagonale beenparen gelijktijdig en op dezelfde hoogte van de grond tillen. Daarnaast moet het standbeen loodrecht onder het zwaartepunt van ruiter en paard staan en mag de voorknie nooit boven de verticale uitkomen terwijl het paard de lendenen buigt en de achterhand zakt.
Kijk en oordeel zelf wanneer je de volgende keer een Grand Prix-wedstrijd volgt. En zoek dan van tevoren in een Duits handboek over paardendressuur of -anatomie op hoe een paard al zijn gewrichten, pezen, banden en spieren moet spannen en buigen om de achterhand te laten zakken. Dan kun je, wanneer je tot een oordeel komt, dit oordeel ook onderbouwen.
Jan Maiburg is deskundige op het gebied van de klassieke dressuur en paardenhistoricus.