zeeuwtje schreef op donderdag 8 april 2010, 23:46:
> ik wil dat ze normaal gaat draven, maar hoe krijg ik dat voor mekaar?
> aan de longe kan ze het nl wel.
> maar als ik erop zit, doet ze 9 van de 10 keer de telgang ook op een volte.
Ik zou het draven aan de longe - want dat kan ze immers al - op een stemcommando zetten (bijv. drrrráf). Belonen, belonen, belonen, elke keer dat ze aan de longeerlijn aandraaft op jouw stemcommando.
Is in het begin een ander signaal erbij nodig om haar in draf te krijgen aan de longe, dan geef je eerst beide signalen. Na korte tijd geef je eerst alleen het stemcommando. Reageert ze niet na 1 of 2 seconden, dan alsnog dat extra signaal dat ze al kent erbij. Belonen zodra ze aandraaft. Na een tijdje (mits je goed beloond en zo), zal je paard dat tweede signaal niet meer nodig hebben en aandraven op alleen jouw stemcommando.
Pas als het aan de longe helemaal goed gaat op die manier, ga je dat zelfde commando gebruiken in een andere situatie.
Als tussenstap, om de kans dat het een succes wordt zo groot mogelijk te maken, zou ik bijv. eerst haar aan de hand nemen op de polderweggetjes waar je normaal met haar rijdt. Dan stemcommando drrráf, en zodra ze aandraaft belonen en ze mag terug naar stap en krijgt een stukje wortel of iets dergelijks.
Het gaat erom dat je paard leert om als "automatische" reactie op jouw stemcommando, in draf te gaan. Los in een rijbak drrráf vragen kan ook, althans als je inschat dat ze dat goed zal doen. Als je denkt dat ze het los níet zal doen, dan kun je beter ook niet vragen! Immers dan dwarsboom je het proces waarin ze min of meer automátisch reageert met correct aandraven, op jouw stemcommando drrrráf.
Uiteindelijk vanuit het zadel. Let er op dat je NIET de signalen geeft die je nú gewoonlijk geeft als je wilt aandraven. Want dan krijg je immers telgang als reactie.
Dus vermijd je gebruikelijke hulpen, en geef alleen het nieuw aangeleerde stemcommando drrráf. Zodrá ze correct aandraaft mag ze alweer stoppen, prijs haar de hemel in, geef haar wat lekkers!
Eerst geef je die superbeloning al na één pas correcte draf. Dan na twee passen. Dan drie passen, dan vijf passen, dan tien passen, twintig passen, vijftig passen.
Dus in het begin neem je genoegen met héél weinig, kleine stapjes vooruitgang. Hoe beter ze het begrijpt, hoe groter de volgende stap die je vraagt eventueel kan zijn. Vandaar niet (persé) één pas, dan twee, drie, vier, vijf, zes, etc. ; maar wat kan is (bijvoorbeeld) eerst één pas, dan twee, drie, vijf, tien, twintig, vijftig, ... Als je meer passen vraagt voordat je de (voer)beloning geeft, bijvoorbeeld 50, kun je natuurlijk wel de 49 voorafgaande passen al wel belonen met je stem, en/of door haar hals te strelen oid (wat ze maar prettig vindt en past bij jou en bij haar).
Uitéindelijk wordt correct aandraven onder zadel een routine. Dan hoef je niet meer persé te belonen, hoewel elk paard een "goed zo" of een aai o.i.d. waardeert als teken dat ze het goed doet; zelfs al is iets inmiddels routine geworden

.
Hopelijk kun je hier iets mee?
Karen