Wil schreef op woensdag 5 mei 2010, 23:00:
>
> Ietsje langer als 30 jaar geleden kregen paarden ook weidegang. Alleen
> denk ik dat ze iets harder moesten werken. Nl. veelal voor de ploeg of

> kopsjorren, rolküren, timmeren er ijzers onder en laten ook niet na om ze
> vol te stoppen met AB, overbodige wormkuren en allerlei kruiden- en
> vitaminen preparaatjes.
>
Wat zet je dat mooi uiteen Wil.
Een stalpaard zal inderdaad minder snel bevangen raken, omdat er weinig pieken in zijn suikeraanvoer zitten, aangezien weidegang doorgaans tot een of enkele uurtjes beperkt blijft. Stalpaarden hebben door te rijk voer in combinatie met weinig hoefmechanisme vaak een verbrede witte lijn, maar blijkbaar zet dat zelden door tot een uitbarsting van bevangenheid, tis meer een enigszins ongezonde status quo.
Weidepaarden maken meer suikerpieken door, aangezien gras dynamisch is en ze zijn daardoor bevattelijker voor bijbehorende kwalen.
De hoeveelheid kilometers bepaalt trouwens niet of je paard gezond blijft. De kwaliteit daarvan wel. Het gaat nl om het verbranden. Een half uur gerichte spiertraining doet net zoveel als dagelijks 20 km met een ruiter rondsjouwen. Van veel kilometers gaat het gemiddelde paard op den duur op de voorhand; zwakke achterhandbespiering is het resultaat. Er is dan wel verbranding, maar geen training van spieren die nodig zijn om gewicht te dragen.
Het mooiste is een combinatie van gericht trainen met buitenrijden. Voor de duidelijkheid: gericht trainen op souplesse, symmetrie en achterhandgebruik kan ook buiten, in het bos, op een landweg, fietspad, in de duinen en op het strand.