joop schreef op vrijdag 30 juli 2010, 12:48:
> Peter Donck schreef op vrijdag 30 juli 2010, 12:24:
>
>> een wild-lopend paard kan ook cm(s) te lange hoefwanden krijgen,

>
> reeen en herten kunnen wel voldoende slijten hier, het heeft misschien
> toch ook allemaal met hekken en beperkte ruimtes te maken. Koeien hebben
> vergelijkbare problemen als paarden hoefsgewijs.
Die probleemloze "wilde" beesten geven slechts een duidelijke hint dat die hoefsgewijze problemen een selectieprobleem zijn. Genetisch dus.
Wijdverbreide misvatting in de geleide fokkerij is dat dat fokken "veredelt". Niets is minder waar, want het versmalt slechts per definitie de genpool!
Het is de selectie achteraf die werkzaam is. Dat is in natuurlijke selectie ook zo.
Aan die selectie achteraf door mensen mankeert het fundamenteel zodra een opportuun wenselijk kenmerk, of dat nu een kleurtje is, of hoog kunnen springen, of heel hard kunnen lopen, of... voorgetrokken wordt op algemene gezondheid.
Ik heb het daarom niet op stamboeken. Goed(e paarden) fokken lukt alleen op grootschalige basis (denk aan een fokpopulatie van minstens 1000, dus 500 merries en 500 hengsten), extensief en met een bestemming voor het grote percentage uitval. Bijvoorbeeld op IJsland hadden ze dat voor elkaar: die ijslandse ponies werden massaal voor het vlees gefokt en het topje van die ijsberg, de "gaedingur", de uitzonderlijke rijpaarden, werden aangehouden. Dát werkt!