Geertje schreef op donderdag 19 januari 2006, 22:16:
> Volgens mij is het zo dat een lever volledig kan regenereren
> als er nog zoveel % overblijft. En dat zoveel is maar weinig,
> weet niet meer precies hoeveel.
> Ik weet niet hoe dat bij een paard zit, maar bij ieder ander
> dier is dat wel zo...
>
> Dus in principe als de schade wordt weggenomen, dan zou de
> lever zijn functie terug kunnen krijgen... Maar waarschijnlijk
> is het net als bij alcoholisme, dat de lever al terug begint te
> groeien (op een verkeerde manier) als de schadelijke stimulus
> er wel nog is. En dat is niet meer terug te draaien.
Nog even alles op een rijtje. Pyrrolizidine Alkaloiden hebben inderdaad een cumulatief effect. Zowel de opname van een grote hoeveelheid in één keer, als de opname van kleine hoeveelheden over langere tijd kunnen dus leiden tot beschadiging van de lever en ziekteverschijnselen. De manier waarop de cellen doodgaan is echter anders.
Bij opname van grote hoeveelheden PA's zie je vooral massale necrose in de lever. Necrose is het ongecontroleerd doodgaan van cellen. De cellen krijgen zoveel gif aangeboden, dat ze niet meer in leven kunnen blijven. De cellen sterven af en vallen in brokstukjes uit elkaar. Omdat er nu grote hoeveelheden dood weefsel in de lever aanwezig zijn, leidt dit tot een opruimreaktie van het lichaam. Het lichaam reageert met een ontstekingsreaktie. Nu hebben we dus het beeld van massaal afsterven van leverweefsel en een leverontsteking. Het dier zal nu ernstig ziek worden, omdat een groot deel van de lever niet meer werkt en omdat de lever onstoken is. Al naar gelang de ernst van de leverproblemen zal het dier doodgaan of herstellen. Als het dier herstelt, zal dood weefsel worden opgeruimd door de ontstekingscellen en de plekken waar leverweefsel is weggevallen zullen worden opgevuld met bindweefsel. Er is nu dus een gedeelte van het normaal functionerende leverweefsel verdwenen. Afhankelijk van de grootte van dit gedeelte is er meer of minder functieverlies in de lever. Als dit functieverlies klein is, zie je aan het dier geen verschijnselen. als het functieverlies groot is, zie je duidelijke verschijnselen (verminderde conditie, vermageren, etc.).
Bij een opname van kleine hoeveelheden PA's over langere tijd werkt het anders. Een opname van een kleine hoeveelheid leidt niet tot een massale necrose in de lever. Wel worden er cellen beschadigd. Zwaar beschadigde cellen zullen doodgaan door middel van necrose: ze zijn zo zwaar beschadigd dat ze niet in leven kunnen blijven. Het aantal cellen dat in necrose zal gaan zal bij een opname van een kleine hoeveelheid gif echter zeer beperkt zijn en dus nauwelijks ontstekingsverschijnselen geven. Cellen die lichter beschadigd zijn zullen in apoptose gaan. Apoptose wordt gedefinieerd als gecontroleerde celdood. Door het vrijkomen van bepaalde signaalstoffen geven deze cellen aan dat ze beschadigd zijn en daardoor een risico vormen voor de rest van de cellen (doordat ze in necrose dreigen te gaan, of doordat ze kunnen veranderen in tumorcellen: bij mensen, ratten en muizen kunnen levertumoren ontstaan als gevolg van een PA-intoxicatie). nu wordt het proces van gecontroleerde celdood, apoptose dus, in deze cellen in gang gezet. De cel valt in afgesloten blaasjes uiteen, die door de omliggende cellen worden opgenomen en verteerd. Belangrijk hierbij is dat er geen ontsteking optreedt. Zolang er niet heel veel cellen in apoptose gaan, kan het verlies in functie nog makkelijk gecompenseerd worden en treden er geen afwijkingen op (geen verschijnselen en ook geen afwijkende bloedwaarden). De verloren gegane cellen kunnen zelfs nog in beperkte mate vervangen worden door regeneratie vanuit een 'reservepopulatie' levercellen, die nog kan delen. Als cellen heel licht beschadigd zijn, kunnen ze zich nog herstellen en doorgaan met functioneren.
Onder een bepaald niveau zullen de PA's dus geen verschijnselen geven na opname. Een dier kan dus PA's opnemen, maar als de hoeveelheden zodanig zijn, dat de lever het kan compenseren, zie je niets aan het dier, ook niet in het bloed. Bij hogere niveua's zie je eerst afwijkende bloedwaarden (o.a. leverenzymen), en vervolgens verschijnselen. Hoe hoog deze niveau's zijn is niet bekend, maar dit zal ook per diersoort en per individu verschillen.
Esther