Peet schreef op dinsdag 23 mei 2006, 19:26:
>> Ik weet niet wie dat artikel geschreven heeft, maar
>> waarschijnlijk heeft diegene die zelf verzonnen. De fout in de
>> redenatie is dat er gedacht wordt dat de eitjes van de

> Gezondheidszorg Paard van de Faculteit der Diergeneeskunde in
> Utrecht, afdeling Klinische Infectiologie. Speciale dank is ook
> verschuldigd aan de diergeneeskundestudenten drs. Sandra Lems
> en drs. Annemieke Weteling.
Tsja, we weten natuurlijk niet aan welke onderdelen van de tekst ze hebben meegewerkt. Het advies om niet alle paarden te
ontwormen om zodoende resistentie te bestrijden kan echt niet serieus zijn. Wellicht is dat door de schrijfster zelf verzonnen.
>> Ik hoop dat ik het zo een beetje goed heb uitgelegd.
>
> Om eerlijk te zijn, blijf ik het een lastige materie vinden.
Toch is het heel eenvoudig: Stel je een populatie wormen voor. Die zijn er met allerlei eigenschappen: sommige hebben blauwe ogen, andere bruine ogen. De ene heeft grote oren, de andere hebben een lange staart. Etc. etc.
Nu heb je een middel bedacht dat de wormen uitroeit. Jammer, alle wormen gaan dood. Hoewel? Er blijkt op een gegeven moment dat blauwogige wormen met kleine oren en lange staarten op miraculeuze wijze tegen het wormenmiddel kunnen. En die wormen gaan dus gewoon door met leven, en met voortplanten.
Natuurlijk krijgen die nog een tijdje jongen met bruine ogen, grote oren, en kleine staarten, maar die gaan iedere keer dood. De enige die blijven overleven zijn... jawel, de wormen met die specifieke eigenschappen: blauwe ogen, met korte oren en lange staarten.
Na een grote hoeveelheid generaties zullen er alleen nog maar blauwogige wormen met kleine oren en lange staarten worden geboren.
En die zijn niet gevoelig voor het gif.
Ze zijn resistent geworden...
(Eigenlijk is dit een incorrecte benaming: ze zijn niet resistent
geworden, dat waren ze al, maar ze zijn uitgeselecteerd. We hebben eigenlijk een fokbeleid op blauwogige, kleinorige, langstaartige wormen ingesteld).
Nu gaan we het experiment herhalen, maar nu geven we niet alle wormen het gif. Alle wormen die in het dorp "Paard-A" wonen krijgen het gif, maar de wormen in het stadje "Paard-B" krijgen geen gif.
De wormen in Paard-A gaan zich vermeerderen zoals in bovenvermeld schema, er verandert niets.
Met de de wormen in Paard-B loopt het nu wel anders: Daar blijven alle blauwogige, klein orige, lang staartige exemplaren leven (net als voorheen) maar nu blijven de anderen OOK nog leven. Het wordt druk in Paard-B...
Netto zijn er in het 2e scenario nu dus veel meer wormen, ALLE blauwogige-etc. wormen zijn blijven leven, maar ook nog een stel anderen. Die zijn extra.
Heeft scnenario 2 ook maar in enige mate bijgedragen aan de teloorgang van de "resistente" blauwogige-kleinorige-langstaartige wormen? Nee, die konden tegen het gif, dus of ze nu wel of geen gif kregen maakt niet uit, in beide gevallen blijven ze allemaal leven!
Misschien dat het iets aanschouwelijker gemakkelijker voor te stellen is.
Groeten,
Frans