clarissa ruijgrok schreef op vrijdag 4 september 2009, 10:56:
> e m kraak schreef op vrijdag 4 september 2009, 3:56:
>
>>

> Hmm, ook een interessante visie. Ik vroeg me dit al heel lang
> af, groeien die tanden dan, of slijten ze gewoon steeds verder?
> Om een reactie te geven: als een gebit scheef wegslijt met
> kauwen, krijg je ongelijke slijtage en dus haken die scherp
Zo werkt het niet.
Je hebt beesten met "knobbeltjes-kiezen" zoals mensen en echte muizen, of met "driehoekjes-kiezen" zoals paarden en woelmuizen. De muizen haal ik erbij omdat ik dit ooit in een heel andere context (determineren van prooidieren in vogel-braakballen) geleerd heb

De knobbeltjeskiezen zijn permanent qua vorm, groeien niet door.
De driehoekjeskiezen zijn echter een soort constant doorgroeiende staven.
Als er dus een (deel van) een doorgroeiend gebit niet aansluit groei het er vanzelf weer tegenaan. Daarom snap ik verhalen alsdat inciven te lang t.o.v. molaren zijn niet.
De randen en haken ontstaan óók door dit groeien, maar dan wanneer een deel van de kauwvlakken naast elkaar staan en dus niet worden gebruikt. Zodoende groeien dat langs elkaar heen. Is dit begrijpbaar?
> zijn. Deze vijlt de tandarts af, zodat het paard weer de
> gelegenheid krijgt om over het gehele maal oppervlak te malen,
> zodat de kans op haken vermindert. Zo heb ik het begrepen.
In veel gevallen zal er opnieuw op dezelfde plaats een haak of rand ontstaan, simpelweg omdat boven- en onder gebitsdeel nu eenmaal teveel naast elkaar staan in plaats van tegenover elkaar.
> Als er eenmaal haken zijn, kan het enorm uit de hand lopen.
Ja dat kan.
Het kan ook wel eens ontstaan door gewoontevorming van "verkeerd" kauwen. Zo een gewoontevorming op de beurt kan dan weer ontstaan zijn door een al dan niet tijdelijke kiespijn bij voorbeeld.