Waarschuwing: de volgende foto kan schokkend zijn voor mensen die die hun vlees als eco-roze in cellofaan op wit uit het schap van de supermakt pakken.

Het vlees van deze bok heeft voor ons ook emotionele waarde. Zoonlief spreekt bijvoorbeeld zijn veto uit over vlees van onze bok of onze big voorzetten aan gasten die hij ´stomme mensen´ vindt.
Net ook nog even een laatste keer geoefend. De big genaamd ´Springbig´ (omdat hij over 110 hoog springt) in de slachtruimte een broodje uit de hand gevoerd met het pistool op zijn voorhoofd.
Dit oefenen maakt dat hij núl stress heeft en de kans op fout gaan minimaal is.
Het geeft mij ook vertrouwen door routine en dat is nodig want ik slaap er altijd slecht van de nacht ervoor. Dat is echter míjn probleem en niet dat van het dier wat het vlees levert wat wij willen eten, noch van een anonieme ander.
Springbig is trouwens een goed vorbeeld van fokselectie. We slachten hém en niet zijn broer omdat híj over 110 springt en wij dat knap onhandig vinden.
Zo selecteerde de mens millennia de gedomesticeerde dieren. Nu met de bio-industrie speelt dit niet. Nu vooral bij paarden: degenen die stalgebreken ontwikkelen of zich het ergste verzetten tegen ´dressuur´ gaan het eerste wegens ´functieverlies´.
Zo selecteren individuele ruiters hun carriérepaarden en maneges hun bedrijfsmateriaal; de niet geschikten gaan naar de volgende eigenaar, door naar de volgende eigenaar en door naar het slachthuis.
De salami in de supermarkt is geen met neus en ogen opengesperd in doodsangst pissend dier in een slachthuis. Nu ja, ís dat wel, maar dat wil de eter niet weten.
Prima; ik slaap liever een nacht zélf slecht voor gelukkige worst. Mijn keuze.