Nils Vellinga schreef op dinsdag 8 december 2009, 20:52:
> trea hoex schreef op dinsdag 8 december 2009, 10:23:
>
>> Christel Provaas schreef op dinsdag 8 december 2009, 9:58:

> De laminea groeien vanaf de kroonrand, is
die dan ook
> beschadigd na
hoefbevangenheid?
>
> Nils en Olly
Het was even zoeken, maar ik heb het gevonden Nils. In het artikel van Pollitt: Prognosis en Future directions schrijft hij als volgt:
However, horses with marginally greater displacement
and rotation of the distal phalanx make only partial recoveries and often have a history of
intermittent lameness, especially after exercise. Histopathology of the hoof lamellae of
partially recovered horses shows a reduction in the number of secondary epidermal lamellae.
Many of the SELs had distorted, abnormal shapes even several years after the initial episode
of laminitis. Some SELs become isolated from their attachment to the PEL and exist as
isolated, unattached islands adrift in the lamellar connective tissue (Figure 11.1 and Figure
11.2). If the surface area of the lamellae of the inner hoof wall is reduced after laminitis, the
effectiveness of the lamellar distal phalanx suspensory mechanism must also be reduced. In
other words, horses developing laminitis associated with significant initial lamellar destruction,
as manifest by radiographic displacement of the distal phalanx, appear never to make a
complete anatomical recovery and are prone to recurrent episodes of foot pain.
Ik was zo vrij om even te vertalen:
Echter, paarden met een marginaal grotere verplaatsing en rotatie van het hoefbeen herstellen slechts gedeeltelijk en maken vaak een geschiedenis door van herhalende kreupelheden, vooral na lichaamsbeweging.
Weefselpathologie van de hoeflamellen van gedeeltelijk herstelde paarden toont een vermindering van het aantal secundaire epidermale lamellen.
Sommige van de SEL’s (secundaire epidermale lamellen) hadden verdraaide, abnormale vormen zelf meerdere jaren na een eerste episode van laminitis. Sommige SEL’s waren afgezonderd van hun hechting aan de PEL’s (primaire epidermale lamellen) en gedragen zich als geïsoleerde, losse eilandjes op drift in het lamellaire bindweefsel (Figuur 11.1 en 11.2)
Als de oppervlakte van de lamellen van de binnenste hoefwand wordt verlaagd na een bevangenheid, wordt de effectiviteit van het lamellaire hoefbeen draagvlak ook verminderd. In andere woorden, paarden die eenmaal een toestand van bevangenheid met significante lamellenvernietiging, veroorzaakt door het kantelen van het hoefbeen, lijken nooit een volledig herstel door te maken en zijn vatbaar voor terugkerende episodes van voet-pijn.
Samengevat:
Na een episode van
hoefbevangenheid worden door de rotatie van het hoefbeen (afhankelijk van het aantal graden van de rotatie) de secundaire epidermale lamellen beschadigd en in aantal verminderd. Bovendien zijn ze afgezonderd van hun hechting aan de primaire epidermale cellen waardoor de hechting aan het hoefbeen ook wordt verminderd.
Dit proces blijkt onomkeerbaar.