Karen Koomans schreef op zondag 28 februari 2010, 16:38:
> Wat ik vind is dat goede clickeraars, veel weten (en echt snáppen) van
> leertheorieën. Een uitzondering daargelaten, maar inderdaad: ik vind dat
> goede clickeraars op dát punt meestal verder gevorderd zijn dan anderen.
Wel in de kennis van het leren maar niet van trainen. Ik vind clickeraars vaak weinig
flexibel in denken. Het out of the box denken is er vaak helemaal uit net zoalsbij veel deskundige op een klein gebied.
Ik vind clickeren en operant conditioneren niet hetzelfde. Zelfs niet als je ipv een clicker
een woordje gebruikt.
> Er zijn (dus) ook mensen die weliswaar niet letterlijk een clicker
> gebruiken maar in mijn definitie toch vallen onder de groep "goede
> clickeraars".
> Zoals Eddy, denk ik, voor zover ik dat kan inschatten (Eddy, mee eens?).
> Cindy (Helms) wellicht ook? en Ilona?
Het blijft maar dat je de stelling aanneemt dat iemand die
parelli, voest, dorrens etc. etc. allemaal methodes op dezelfde leer hanteren, gebaseerd is op straffen en geen belonen in voor komt. Dat is veel te kort door de bocht.
Daarnaast heb ik minder moeite met p+ in een training en zie dat iets subtieler in denk ik.
Klein voorbeeld: ik loop de weide in en mijn jonge hengst komt imponerend op mij af om mij uit te dagen. Hij is een beetje aan het puberen en zoekt soms een beetje naar de grenzen. In dat geval gaat meneer toch echt even in zijn achteruit door dat ik me groot maak en naar zijn borst wijs. Ik raak hem niet aan, ik sla hem niet maar het is wel p+ zodra hij dan rustig op 2 meter afstand staat beloon ik hem.
Ik zie mij nog niet op zo een moment een ander gedrag vragen en dan wachten tot het kwartje valt en dan click, snoepje. Andere paarden hier hebben ik zelfs nog nooit een boze blik gegeven daar is dat helemaal niet bij nodig. Dat ik de ziel van mijn brutale vlegel zou kapot maken door hem er op te wijzen dat hij even 5 stappen achteruit ga als ik met hooi aankom geloof ik niets van. Wel dat hij een heel vervelend ettertje kan worden als hij af en toe geen nee hoort terwijl hij mij aftast over mijn en zijn plek in onze hierarchie.