>
> heey karen,
>
> Ik wist niet dat het zo ver zou kunnen gaan, maar wel logisch! maar het
> paard moet deze wormen toch op een manier binnen krijgen? maar een paard
> krijgt toch geen wormen door bijv. even te neuzen in de les?
oww wacht ik les weer verkeerd

je zij mest meeneemt onder zijn hoeven en dan natuurlijk naar de eigen weide....
maar dan zit ik toch nog met een ding, stel dat de weerstand optimaal was geweest zou dat betekenen dat de paarden geen verhoogde besmetting hadden omdat zij die balans kunnen houden?
Bron:
http://www.biomentor.org/paard/index.htmlWorminfecties
De periode tussen winter en lente is een belangrijke tijd voor het paard. Het moet zich voorbereiden op warmere perioden. Zijn haarkleed, vertering en stofwisseling ondergaan grote veranderingen. Dit vraagt enorm veel van het paard, waardoor zijn weerstand kan dalen en hem gevoelig maakt voor allerlei parasieten. Deze gevoelige periode is een goede tijd om te
ontwormen. Dat geldt trouwens ook voor september/oktober.
In het wild heeft het paard veel meer ruimte. Dus hij kan plekken waar hij pas gemest heeft vermijden. Toch keert hij vrij vlug weer terug naar die plaats om te grazen. Dus er is wel degelijk sprake van wormbesmetting. Maar hoe komt het dat hij zelden ziek wordt?
In beginsel heeft hij veel mogelijkheden om selectief wormdrijvende kruiden zoals boerenwormkruid en bijvoet te kiezen. Bomen, struiken en een groot scala aan kleinere planten en grassen zorgen voor een rijk en gevarieerd menu. Ook zijn er in de natuur andere grazers actief, zoals herten en runderen, die als stofzuigers de paardenparasieten oppeuzelen. Hier praten we dus over de aanwezigheid van positieve factoren. Maar deze weerstand is volgens ons ook een gevolg van de afwezigheid van verzwakkende factoren zoals: inteelt, vroeg spenen, eenzame opsluiting, te weinig ruwvoer en teveel
krachtvoer, transport, overvaccineren, intensief chemisch
ontwormen, geneesmiddelen etc.
Het intensief chemisch
ontwormen vanaf veulenleeftijd, bijvoorbeeld, blokkeert de natuurlijke weerstandsopbouw, waardoor hij op latere leeftijd gevoeliger wordt voor wormziekte.
Wormen kunnen nooit uitroeien worden. De samenleving tussen paarden en wormen moet balans hebben. Zorgen dat het paard sterk en gezond wordt, zodat de worm er wel in kan wonen, maar geen schade doet. Enerzijds moeten we de ‘wormdruk’ in de leefomgeving verminderen en anderzijds het paard weerstand geven. Afhankelijk van de leefomgeving, zullen de adviezen over
ontworming en weidemanagement variëren. Om hierover zinvol te kunnen schrijven moeten wij een uitgangssituatie kiezen. We hebben gekozen voor een situatie, die wij vaak in onze praktijk zien: paarden die buiten gehouden worden, met schuilgelegenheid en een bezetting van ongeveer 1 paard per 2500 m² weide. Er is meer dan 1 paard aanwezig en er wordt af en toe een buitenrit gemaakt. Factoren die een rol spelen zijn leefomstandigheden en infectiedruk, voeding, stress, wormonderzoekmethoden en keuze voor
ontworming en
ontwormings middelen.
Ik heb niet hel hele artikel overgezet maar stukjes die ik even intressant vondt voor dit topic
