van lennep schreef op zondag 4 april 2010, 11:10:
> Christel Provaas schreef op zondag 4 april 2010, 10:25:
>
>> van lennep schreef op zondag 4 april 2010, 10:03:

> leren , en dat gaat in een langzamer tempo wat makkelijker voor
> mij...Zolang ze niet door haar achterbeen heen zakt kunnen haar spieren
> het blijkbaar opvangen. Zeg ik dit goed?
>
Ehm... iets bevalt me niet in je antwoord. Dat wegzakken moet toch heus eerder wegblijven. Als ze wegzakt, ben je al haast te ver gegaan. Maar het klopt dat zolang ze niet wegzakt en het tempo laag is, dat haar spieren het dan opvangen.
Zakt ze niet weg, maar ligt het tempo hoog, dan is ze haar gewrichten aan het belasten. Vandaar het belang van een laag tempo.
> Das met aan de hand werken ook zo duidelijk! Rechtsom probeert ze de
> oefeningen af te raffelen , sneller sneller.Ik ben dan vaak bezig om het
> tempo te controleren.
> Linksom is ze qua snelheid erg makkelijk te controleren.
Dan zou ik rechtsom wat meer oefenen en het accent leggen op het tempo. De mate van overstappen is dan minder relevant. Een paard dat sneller-sneller wil, probeert zich te onttrekken aan buiging, aan achterhandaanspreking, aan wattie moeilijk vindt. Niet toestaan omdat je denkt wat is ze lekker fanatiek! Eerst dat tempo controleren, daarna pas de mate van buiging en schuinte, of net wat je aan het oefenen bent. Ze moet het rechtsom net zo langzaam leren te doen als linksom. Probeer in je hand te voelen wat er van achteren gebeurt. Vaak genoeg voel je niks, of je voelt verzet, beide gevallen betekenen dat er geen doorvloeing is en dan heeft de oefening niet zoveel zin. Realiseer je dat alles wat er achteraan gebeurt, terug wordt gevoeld in de hand (en ook nog eens diagonaal). Een goed 'doorgetreden' rechterachterbeen voelt prettig aan in je linkerhand/linkerteugel. De energie wordt goed naar voren doorgezet. Jouw hand doet er verder niks mee, niks 'opvangen', 'begrenzen' etc, maar je moet het ervaren als een monitor. Wat je in je handen voelt (maakt niet uit erop, of ernaast, of erachter) is de weerslag van wat er in de achterhand gebeurt.
Stapt ze bv achterwaarts met een weggedrukte rug (wat fout is), dan voel je stugheid in je hand. Laat je haar overstappen met de achterbenen en lost ze dat op door het te snel te doen en zich daarin half om te laten vallen, voel je ook stugheid in je hand. Het werkt ook andersom: Hou je onbedoeld te veel druk op de (binnen)teugel, dan is de kwaliteit van de zij- of overgang minder en wordt er niet gebogen daar waar je het wilde.
In al deze gevallen heeft de oefening geen zin.
>>
>>> Ik zal vandaag eens goed opletten wat ze nou precies met die achterbenen
>>> en haar bekken doet op die heuveltjes.
>>>
>> Gaat ze goed achterwaarts?
>
> Ze gaat als een trein achterwaarts! dat vind ze erg leuk om te doen al
> spiegelend.
Je raadt het vast wel al: als een trein achterwaarts is niet goed. LANGZAAM! Maar wel tactmatig. Klak er desnoods bij. Hoe kleiner de passen achterwaarts, des te eerder/gemakkelijker kantelt ze haar bekken. Dat was immers je doel! Want grote stappen vér naar achteren impliceren het risico van rug wegdrukken en zelfs bekken de andere kant op kantelen.