Onderzoekers van de universiteit in Bern zijn er mogelijk in geslaagd de veroorzaker van de dodelijke ziekte
atypische myopathie op te sporen. De wetenschappers onderzochten of de toxine van de bacterie clostridium sordellii iets te maken kan hebben met de ziekte. Het onderzoek wees uit dat deze toxine inderdaad een rol speelt bij het optreden van
atypische myopathie.
De onderzoekers onderzochten met behulp van elektronenmicroscopie monsters van (hart)spierweefsel van paarden met
atypische myopathie. Deze resultaten vergeleken zij met monsters van muizen die aangetast waren door de dodelijke toxine van de bacterie clostridium sordellii. De veranderingen in het weefsel bij zieke paarden en besmette muizen kwamen ongeveer overeen. Met behulp van de techniek immunohistochemistry ontdekten de wetenschappers bovendien overeenkomsten in de aanwezige antilichamen. Uit deze onderzoeksresultaten concluderen de onderzoekers dat de bacterie een rol moet spelen bij het optreden van de ziekte, maar of de bacterie de directe veroorzaker is blijft nog onduidelijk.
Atypische myopathie tast de spieren aan. Symptomen zijn koorts, stijfheid en onderkoeling. Ook kunnen de paarden wat kolieksymptomen hebben. De overlevingskans is slechts tien procent. De ziekte zorgt voor dodelijk verlopende spierafbraak die in het late najaar of in het vroege voorjaar sporadisch optreedt.
Atypische myopathie kan binnen 24 uur fataal zijn voor een tot dan toe kerngezond paard. Het onderzoek naar
atypische myopathie wordt binnen Europa geleid door dr. D.M. Votion van de Universiteit in Luik.
Bron:
http://www.equinescienceupdate.co.uk