trea hoex schreef op donderdag 23 februari 2006, 19:13:
>
> Ik vind deze discussie gewoon te zót voor woorden. Typisch een
> reactie van iemand die wat te ziften wil hebben.

> Hahahaha, no way dat ik dit geloof, al gooi je hier 10 links
> neer.
>
> Trea
Het gaat mij er niet om dat ik wat te ziften wil hebben, het gaat erom dat ik kritisch blijf kijken naar wat mij voorgeschoteld wordt.
De vraagsteller vroeg hier duidelijk naar de nadelen van
parelli mbt het inbuigen van de nek. De ORS is imo dus een nadeel van
Parelli, ook de andere scherpe wendingen en extreme zijwaartse beweging zijn niet zo gunstig voor het bewegingsapparaat van het paard.
Vreemd hoor, hoe veel dingen hier altijd zeer bekritiseerd worden, maar als het van meneer
Parelli komt is het prima?
Ik had jou eigenlijk kritischer verwacht.
Inhoudelijk op je reactie:
Als jou paard alleen al stopt omdat je de teugel opneemt, is er niets aan de hand, dan is je paard blijkbaar zo goed 'afgericht'dat hij alleen dan al het seintje stoppen krijgt. Prima.
Maar zoals je weet is de hals en het hoofd de balansstok voor het paard.
Als deze hoofd en hals in volle voort plotseling sterk zijwaarts gebogen wordt waardoor je paard stopt, wat denk je waar die krachten van het remmen dan op terecht komen?
En nu typ ik deze passage maar even over uit het boek van Sara Wyche:
De achterhand loskoppelen.
Dit is een beheersingstechniek die Pat
Parelli hanteert. De ruiter brengt (in dit voorbeeld) de rechterhand vlak voor zijn bovenlichaam en trekt de teugel omhoog. Het paard is getraind het hoofd 'vrij'te geven, waardoor de hals los komt te staan van de rest van het lichaam en de achterbenen buiten werking worden gesteld.
De gedachte achter deze handeling is dat al het bindweefsel in de hals en schouders onmiddelijk verslapt: het ligamentum nuchae, de waaiervormige ligamentenverbindingen met de halswervels en de fasciale verbindingen van de halsspieren onder de schouders. Het paard kan de halsspieren niet meer aanspannen, steekt de voorhand in de grond en zet de achterbenen in een willekeurige richting weg. Maar het onverhoedse van deze interventie is drastisch. Het is als een scharende vrachtwagen. Het zorgt ervoor dat de achterhand even opzij zwaait, waarbij in 1 klap de kniepeesreflex blokkeert en het spanzaagmechanisme onbruikbaar wordt.
Veel van de energie wordt geabsorbeerd door de ligamenten aan de zijkanten van de gewrichten (collaterale ligamenten). De rest van de energie kan nergens heen. Rug en schouders van het paard moeten die opvangen. Deze verrassingsaanval op de beweging van het paard, gecombineerd met een scherpe draai van de hals, brengt enomr veel spanning op de spieren bij de halsbasis en op het bindweefsel dat de halswervels in het gebied van de eerste rib houdt. Het veroorzaakt een plotselinge verschuiving in de positie van de belangrijke hefbomen van het skelet, zoals het schouderblad en de grote trochanter van het dijbeen. De bewegingsenergie moet worden geabsorbeerd door de spieren of opgevangen door de achterknie, de schouder en de halswervels.
Nog een aanvulling van mij om vooringenomenheid mbt de schrijfster te voorkomen: zij legt alleen inhoudelijk uit wat er wanneer gebeurd met allerlei verschillende houdingen van het paard (en ook in combinatie met de ruiter). Ze staat daarbij net zo kritisch tov bepaalde 'dressuurhoudingen' als deze remmethode van
parelli, alsook op het effect wat ijzers hebben in bepaalde bewegingen. Alleen al om deze laatste reden is dit boek voor de lezers hier de moeite waard.
Geen zifterij maar een pleidooi: verdiep je in dit soort kennis voordat je je paard allerlei extreme bewegingen laat maken waarop hij niet gebouwd is, maar wat in bepaalde trainingsprogramma's gevraagd wordt alsof het peanuts is voor je paard. Laag diep rond rijden is hier veel kritiek op en terecht, een paard wat in de krul loopt, wordt hier ook veelvuldig bekritiseerd, maar als je
parelli doet, zou je nmm ook even verder moeten kijken wat die extreme zijwaartse bewegingen nou precies doen en of het wel zo makkelijk en fijn is voor je paard.