Christel Provaas schreef op woensdag 4 oktober 2006, 16:15:
> marjolijn schreef op woensdag 4 oktober 2006, 15:26:
>
>> van lennep schreef op woensdag 4 oktober 2006, 14:23:
>>> pffff :[ , weet ik niet...Ik doe veel te veel vanuit mijn
>>> hoofd , en dat gaat zo vanzelf.
> De beste manier om je gevoel boven je verstand te laten
> prevaleren is nergens aan denken. Ook niet: ik wil iets voelen!
> ...
> Probeer die staat van mentale niksigheid vast te houden,
Als een kind zijn, is voor mij als volwassene wat lastiger.
Kinderen hebben wel frustraties (ook een nadeel) maar hun gedachtes volgen gewoon dat wat er op dat moment gebeurd. Kinderen kijken wakker in het rond, zien en voelen meer, en hun gedachtes volgen dat. Ze zijn meer zoals de paarden ook zijn, helder en wakker in het hier en nu, met eenvoudige gedachtes en vooral zintuigelijk bewust.
Paarden houden hiervan en dat kindbewustzijn verdwijnt door de zuigkracht van ingewikkelde gedachtes. Het is letterlijk een in en uit van helder aanwezig zijn. Soms kan dat zelfs chronisch worden en alleen doorbroken op spaarzame erg fysieke momenten. Ook sterke concentratie op een (mentaal bedacht) doel, doet dit heldere bewustzijn verdwijnen.
Niet alleen als ik paard rij, merk ik vaak op dat ik adem en voel mij lichaam. Geleerd met meditatie. Ik heb weer geleerd meer zintuiglijk bewust te zijn, geluiden op te merken en Jur er voor stil te zetten om samen te luisteren en te kijken.
Ik merk dat gedachtes over hoe de training zou moeten zijn, mij het meeste weghalen van dit kind zijn. Gelukkig is een groot deel van de training mijzelf, immers gevoelig/ontspannen/wakker aanwezig zijn is een belangrijke voorwaarde voor een goede traing van Jur.
Dus volwassen "afwezig" zijn met "belangrijke" gedachtes brengt me vanzelf weer terug in kijken, voelen, zien, genieten.
Vanuit die rust mag Jur ook zijn wie hij is. En ben ik creatiever zie meer mogelijkheden en ben beter afgestemd, meer in harmonie met hem en de situatie. Vanavond reed ik alleen de terugweg naar huis, Jur was iets nerveus vooral toen we die bouwkeet weer tegen kwamen die onverwacht op het grasveld stond in het bos. Ik wachte op welke manier hij er langs zou gaan. Telkens durfde hij weer een paar pasjes. Toen keerde hij en maakte hij de grootst mogelijke cirkel om die wagen om er achter te komen dat er aan de andere kant geen grotere doorgang was. Hij was best ver maar wou toch omdraaien, hier ben ik afgestapt om hem te helpen. En 20 m verder er weer op. Hij was een stukje verder bang voor een tak in de berm, vanaf daar ging ik minder mee, met zijn uitwijk gedrag en merkte dat hij kalmer werd door die correcties.
Michiel