e m kraak schreef op woensdag 18 oktober 2006, 14:18:
> Het is juist ook het erfmodel dat voor velen op zich haalbaar
> is en slechts een verschuiving van perceptie vraagt.
Onderstaand de uitleg uit de Hoek van Chiron en beter kan ik het niet verwoorden.
Begin citaat
Fazit: Offenstallhaltung, mit großzügigem 24 Stunden Auslauf und Wahlfreiheit für drinnen oder draußen sowie mit aufeinander abgestimmten kleinen Gruppen, kommt diesen artbedingten Bedürfnissen am nächsten.
Keinesfalls dürfen bei der Betrachtung der Lebenssituation der Pferde folgende Umstände außer Acht gelassen werden,:
· die angemessene Fütterung
· Umgang mit dem Partner Pferd und nicht zuletzt
· die Reitweise.
Zur Fütterung zählen: sauberes Futter/ bodennah, das heißt rückenschonend aufnehmen zu können, stressfreie Futteraufnahme auch für rangniedere Pferde und sinnvolle Gabe von Basis-, Zusatz- und Ergänzungsfutter.
Wir beziehen die markanten Einflüsse des partnerschaftlichen Umgangs mit dem Pferd, zum Beispiel die Erkenntnisse der Lehre nach
Parelli mit ein. Sie sind ebenso, wie eine rücken- und gelenkschonende Reitweise, wie sie unter anderem bereits von Rolf Becher gelehrt wurde, wesentlicher Bestandteil von freudiger Leistungsbereitschaft und von Höchstleistungen in allen reiterlichen Disziplinen. Einde citaat Peter Speckmaier.
Als het locale klimaat en -ondergrond meer of minder weideruimte vragen of bieden dan past dat hier prima binnen.
Vul
Parelli of Becher gerust in met een ander naam, want de essentie is de strekking.
Strasser-Chiron-NH-etc.-expert Sabine Kells heeft haar paarden onder met NL vergelijkbare klimatologische omstandigheden. Zij heeft haar grote groengrazige buitenweide ingericht als een soort paarden-Efteling met erbij een verharde paddock met open loopstal. De paarden mogen zelf doen wat ze willen waar ze willen wanneer ze dat willen.
Sabine heeft onder meer een Fries, een Tinker en Quarters. Ze zou graag de mogelijkheid hebben voor een familiegroep met aanjager zoals ik heb omdat haar luie donders (haar woorden) voor het mooi eigenlijk te weinig actief zijn.
Het bovenstaande duitse stuk geeft een raamwerk dat met ijslanders op Groningse klei ander glas beoeft dan voor iberiers in een andalusische bergvallei.
Zoals je weet ben ik een voorvechter van aanpassing aan locale omstandigheden. Zo zeer dat ik het niet meer dan gezond verstand vind daar met de raskeuze rekening mee te houden.
Je zal MIJ niet zien of horen beweren dat alle paarden van alle rassen onder alle omstandigheden bijvoorbeeld hetzelfde moeten eten, dezelfde parasietbeheersing nodig hebben of hetzelfde model hoef moeten hebben. Het tegendeel juist!
Ik denk dat veel verwarringen en schijnbare meningsverschillen onder en tussen paardenhouders veroorzaakt worden door het vergrootglas te dicht op een symptoom van een deelprobleem te houden. Verander een schakel, verandert de keten, verandert het geheel. Dat is omgekeerd hetzelfde.
Als de houder minder ruimte heeft dan zullen andere, waarschijnlijk meer, managementmaatregelen nodig zijn. Heb je minder ruimte dan wat de pioniers hierover aangegeven, tja.... dan heb je een uitdaging, moet je dus meer compenseren met kunstgrepen.
Kiley-Worthington heeft het in haar erfmodel over meer grond en minder paarddichtheid dan ik hier heb. Met betrekking tot het natte seizoen erken ik dat ze gelijk heeft.
Ik denk dat de situatie die Sabine Kells in de loop der jaren gecreeerd heeft een model is voor Nederland op niet-zandgrond. Ze heeft er een grappig, verrassend goed en -informatief boekje over uitgegeven. Het is piepklein en ik kan het nu even niet vinden. Het heet meen ik The Little Book of Horsekeeping en is een voor NL prima toepasselijke invulling van het duitse raam.
Let wel Egon, ik maak uit realiteitsoverwegingen met het oog op de nederlandse mogelijkheden al een HEEL groot compromis met wat ik zelf voor de paarden als belangrijke welzijnsfactoren zie. Namelijk sex en nageslacht. Die twee horen volgens MIJ te worden toegevoegd aan het lijstje.
Ik wist niet goed waar ik aan begon hier en heb van fouten veel geleerd. Wat ik ook geleerd heb is wat ik goed gedaan heb, hoe belangrijk de sociale activiteit in het welzijn van een paard is en dat die twee laatste punten HEEL belangrijk zijn.
Kijk in het ethogram van Sue MacDonnel maar eens hoeveel paginas gedrag je uit het boek van een paardenleven scheurt zonder deze twee aspecten.
HC